Mariëtte raakte zwanger tijdens haar adoptieprocedure

Middenin hun adoptieprocedure bleek Mariëtte (43) plotseling zwanger te zijn. Zij en haar man zetten de procedure stop en kregen een gezonde dochter. Toch was het gezin nog niet compleet. Het stel besloot een tweede kind te adopteren. ‘Adoptie zat zo in ons hart.’

Mariëtte wist het als jong meisje al; ze wilde vijf kinderen. In 1998 besloten zij en haar man dat gezinsuitbreiding welkom was. Een spannende tijd, maar succes bleef uit. Na twee jaar belandden ze in het medische circuit en ontdekten ze dat ze onverklaard verminderd vruchtbaar zijn. Ze onderging drie keer iui en twee keer IVF, maar zonder resultaat.

Van IVF naar adoptie
‘Mijn lichaam reageerde niet zoals het moest op de IVF-hormonen. Toen ik tot twee keer toe weinig goede eitjes had, vroeg ik me af waar ik mee bezig was. Het voelde zo onnatuurlijk. Mijn man begreep dat.’ Ze besloten te stoppen met de IVF-behandelingen en verdiepten zich in adoptie. Ze volgden de verplichte adoptiecursus en ontdekten dat er voor hen gevoelsmatig geen verschil is tussen een eigen kind krijgen, of een kind adopteren. Eind 2002 kregen ze te horen dat alles in orde was. In januari 2003 zou alles afgerond worden. Maar ineens bleek Mariëtte zwanger te zijn. ‘Toen ik niet meer ongesteld werd, dacht ik dat het kwam door de stress van de adoptie. Maar nee… ik was al zes weken zwanger! Het voelde als een overval. We besloten de adoptieprocedure te stoppen.’

Lange adem
Genieten van de zwangerschap kon Mariëtte niet. ‘Alles verliep perfect, maar ik was continu bang dat het mis zou gaan. Pas toen onze dochter een paar maanden oud was, durfde ik echt te genieten. Ze was – en is nog steeds – een heel makkelijk meisje. We vormden een hecht gezin en genoten van elkaar. Toch begon het toen ze een jaar of twee was te knagen. Adoptie zat zo in ons hart.’ In 2006 dienden ze opnieuw een adoptieaanvraag in. ‘De wachttijd voor een kind uit China was op dat moment dertien maanden. Onze dochter zou dan vier zijn; een mooie leeftijd om een broertje of zusje te krijgen, vonden wij.’ Uiteindelijk werd de wachttijd ruim vijfenhalf jaar. ‘Ja, dan moet je echt een lange adem hebben.’

‘In onze omgeving kregen we steeds meer met onbegrip te maken. Mensen begrepen niet dat de wachttijd steeds opliep en hadden het idee dat onze situatie uitzichtloos was. Via via hoorden we vaak opmerkingen als ‘het zal mij niet verbazen als ze niet aan de beurt komen’. Ook was er vaak de redactie: ‘Jullie dochter is al zo groot, zou je dat nu nog wel willen?’ Het was geen verwijt van de omgeving, eerder bescherming denk ik, en deels onwetendheid. Het was moeilijk, we verlangden zo naar een groter gezin. We hebben ook naar pleegzorg gekeken in die tijd, maar het kind gaat in dat geval vaak na een tijd terug naar zijn of haar familie. Ik was bang dat ik daar niet overheen zou komen.’

Geen onderscheid
Na lang wachten kon het gezin begin december 2011 hun adoptie-dochter (toen 2,5) in hun armen sluiten. ‘Natuurlijk is het even wennen. Opeens heb je weer een peuter in huis. Onze dochter was in ene grote zus. Het duurde even voor we een echt gezin vormden. Daar moet je ook in investeren. Zo hebben we onze families even op afstand gehouden, zodat we aan elkaar konden hechten. Dat was moeilijk voor de opa’s en oma’s, maar ze begrepen het wel. We zijn nu twee jaar verder en ik merk dat het heel goed gaat. Zo pakt ze de taal razendsnel op, zodat we elkaar ook steeds beter begrijpen.’

Onderscheid tussen de meiden wordt er niet gemaakt. Mariëtte voelt ook geen verschil. ‘Vanaf de eerste ontmoeting voelt het heel eigen. In no time gaat een adoptiekind op je lijken; je leert ze dingen en ze kopiëren. Er blijft maar zo’n klein deeltje over dat genetisch is bepaald. Ze heeft zelfs al onze lach.’

Interview: Patricia de Ryck, eerder verschenen in Uitgerekend Jij.

Twijfel jij over je kinderwens?

maart 10, 2014 /