Borderline & moeder – dochter vertelt verhaal

De moeder van de zestienjarige M. heeft de persoonlijkheidsaandoening Borderline. Ze vertelt hoe het is om te leven met een moeder die ieder moment kan veranderen van een charmante, lieve in een kwade ontoerekeningsvatbare vrouw. “Ze sloeg me en negeerde me soms wekenlang.”

“Ik weet sinds vorig jaar dat mijn moeder Borderline heeft. Toen vielen alle stukjes op zijn plaats. Mijn jeugd verliep heel rommelig. Ik werd vaak wekenlang genegeerd. Dan bestond ik voor haar niet meer of ze sloeg me. Omdat het zo vaak gebeurde, dacht ik dat het er in alle gezinnen zo aan toe ging. Op de middelbare school ontdekte ik pas dat het fout zat bij mij thuis. Toen ging ik er over praten met vriendinnen.

Ik mocht van haar niets. Niet naar buiten of naar vriendinnen. Het enige wat ik kon doen was tv kijken. Ik mocht zelfs geen eigen mening hebben. Ze merkte het meteen als ik het niet met haar eens was. Ik wist dat ze me dan ging slaan. Dat gebeurde zelfs tijdens verjaardagen als er bezoek was. Als ik de kamer binnenkwam en mijn gezicht was rood, zagen ze het niet. Of ze durfde er niets van te zeggen.

Ik durfde het ook niet te vertellen. Ze zouden me toch niet geloven. Mama wist alles heel goed te regelen. Niemand merkte iets van haar buiten, behalve ik. Iedereen vond haar zo perfect, lief en charmant. Dat is maar schijn. Als ze alles op mij afreageerde dacht ik, dat ze dat deed, omdat ze gestressd was. Ik probeerde me sterk te houden, maar dat was heel moeilijk.

Waarom ze me sloeg, was voor mij vaak een raadsel. Haar humeur kon om één klein dingetje omslaan. Ik wist niet wat ik fout had gedaan, maar zij riep dan: ‘Je weet heel goed waar ik het over heb’. Ik had geen idee. Toch bleef ik iedere keer rustig. Het was beter om mezelf te beheersen, want anders werd het alleen maar erger. Als ze tegen me uitviel bleef ik naar de grond kijken, terwijl de tranen over mijn wangen stroomden.

Vorig jaar was ik het zat om afgebeuld te worden. Ik maakte het huis schoon, verzorgde de dieren, kookte, maar nooit kon er een dankjewel van af. Ze gaf alleen maar commentaar. Ze zei eerst dat ik voor mezelf moest koken, omdat ze laat thuis was, maar als ik dat deed, werd ze ’s avonds kwaad, omdat ik niet op haar gewacht had.

Na de zoveelste ruzie heb ik toen mijn spullen gepakt en ben weggelopen. Als ik net ruzie had gehad, dacht ik daar vaker aan, maar ik was bang. Ik vond ook dat ik vol moest houden. Dagelijks vertelde ze hoe graag ze wel niet had dat ik gewoon weg zou gaan. Hoe fijn dat wel niet zou zijn. Toen ze dat zei, barste er iets in mij en zei ik: oké en pakte mijn spullen.

Mijn moeder wilde me niet laten gaan. Ze werk gek. Trok overal aan, sloeg me en probeerde me te laten struiken. Het werd me allemaal te zwaar en liet mijn spullen los, rende langs haar heen en smeet de deur achter me dicht. Ik rende weg, de straat op, steeds verder en verder. Na een uur heb ik mijn vader opgebeld.

Ik had er spijt van. Wilde het goed maken met mijn moeder, maar voor haar bestond ik niet meer. Ze wilde niets meer met me te maken hebben. Een half jaar lang reageerde ze nergens op. Dat is het ergste wat ze me heeft aangedaan.

Gelukkig gaat het nu beter. Mama vertelde dat ze me ook mistte, maar dat wilde ze niet toegeven. Als ik nu aanvoel dat het mis gaat, ben ik weg, zodat ik niet in haar pad loop. Die vernederingen wil ik niet meer meemaken.”

Interview: Patricia de Ryck. Wegens privacyredenen namen aangepast. Verhaal is eerder gepubliceerd in magazine.

Twijfel jij over je kinderwens?

oktober 7, 2015 /