Overgewicht tijdens zwangerschap door te weinig info

Zwangere vrouwen krijgen tijdens de zwangerschap van verloskundigen te weinig informatie en adviezen over hun gewicht. Daardoor komt het te vaak voor dat zij obesitas krijgen. Dat is de conclusie van het afstudeeronderzoek ‘Niet langer van zwanger naar obees’ van Cachèl van den Nieuwenhuijzen en Judith Goertzt in opdracht van het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ).

“We zien op de poli van het Obesitas Centrum dat bij bijna de helft van de vrouwen met obesitas de zwangerschap hét moment is geweest wanneer het mis is gegaan”, vertelt Nellie Overbeeke, hoofd Diëtetiek van het ETZ, locatie TweeSteden.

Daarom werd besloten om de hbo-studenten Voeding en Diëtetiek aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, onderzoek te laten doen naar de relatie tussen zwangerschap en obesitas. Doel was het optimaliseren van de huidige begeleiding van zwangere vrouwen, om zo extreme gewichtstoename tijdens de zwangerschap te voorkomen.

Uit een promotieonderzoek over zwangere vrouwen met overgewicht uit 2012 blijkt dat ruim een kwart van alle vrouwen tijdens een zwangerschap meer aankomt dan gezond is. De kans is hierbij aanwezig dat deze teveel aangekomen kilo’s vervolgens niet meer kwijt worden geraakt. De gewichtstoename ontstaat doordat vrouwen niet op de hoogte worden gebracht van hun optimale gewichtsverloop en niet worden geadviseerd over voeding en beweging.

Goertz: “Veel vrouwen weten niet goed hoeveel kilo ze aan mogen komen tijdens een zwangerschap. We hebben vaak te horen gekregen dat ze dachten twee keer zoveel te moeten eten dan normaal, vanwege de bekende slogan ‘eten voor twee’.”

Enquêtes
Twintig verloskundigen, afkomstig van verloskundigenpraktijken uit Noord-Brabant, Utrecht en Gelderland, hebben in het kader van de afstudeerscriptie een enquête ingevuld. Hieruit blijkt dat bijna de helft van de verloskundigen aan het begin van een zwangerschap geen uitleg geeft over het optimale gewichtsverloop.

Iets minder dan de helft geeft zelden of nooit adviezen over voeding en/of beweging. Ook controleert twee derde van de verloskundigen het gewichtsverloop niet ieder consult, terwijl negentig procent aangeeft daar wel tijd voor te hebben.

Naast verloskundigen zijn ook veertig (ex-)zwangere vrouwen bevraagd tijdens het onderzoek. Bijna de helft hiervan had op het moment van de zwangerschap overgewicht. Vrijwel allemaal gaven ze aan behoefte te hebben (gehad) aan uitleg over hun gewichtsverloop.

Van den Nieuwenhuijzen: “Tachtig procent van de vrouwen gaf aan onvoldoende adviezen te (hebben) ontvangen over voeding en beweging, terwijl zij juist veel waarde hechten aan adviezen van verloskundigen.”

Toolkit
Om onnodig leed en daarmee gepaarde kosten te voorkomen, hebben de studenten een brochure met informatie en adviezen voor zwangere vrouwen gemaakt. Hierin staat onder andere beschreven wat de aanbevolen gewichtstoename is, in verhouding met de Body Mass Index (BMI) van de vrouw voor de zwangerschap.

Voor verloskundigen is een toolkit ontwikkeld. Hierin staat welke stappen zij het eerste consult moeten doorlopen. Vervolgens geeft de toolkit, afhankelijk van de BMI van de vrouw, aan wat er in de overige consulten moet gebeuren.

Een mooi resultaat volgens internist Pieter Spooren, die betrokken was bij de opzet van het onderzoek. “Er is weinig bekend over de gewichtstoename bij zwangere vrouwen. De brochure die de studenten hebben gemaakt is hier een mooie ontwikkeling in en door de eenvoudigheid en duidelijkheid van de toolkit is deze een meerwaarde voor verloskundigen.”

Twijfel jij over je kinderwens?

oktober 4, 2015 /