Vondelingenkamer niet voldoende

Ongewenst zwangere vrouwen moeten tijdens hun zwangerschap vroegtijdige en laagdrempelige hulp kunnen krijgen. Ook moet de overheid overwegen om vertrouwelijk bevallen mogelijk te maken. Dit concludeert de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) na bestudering van de problematiek rond de vondelingenkamer. De RSJ ziet voorlopig niets in nieuwe wetgeving om de vondelingenkamers te verbieden, omdat de achterliggende oorzaken van de problemen daarmee niet worden weggenomen. Het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft de RSJ onlangs om advies gevraagd omdat er particuliere plannen bestaan om ‘vondelingenkamers’ te openen.

Uit eerdere antwoorden op vragen uit de Tweede Kamer blijkt dat de staatssecretaris Teeven niets voelt voor het anoniem kunnen afgeven van een pasgeboren baby in een vondelingenkamer. De RSJ beantwoordt in zijn advies de vraag hoe de overheid om moet gaan met het probleem waarvoor de vondelingenkamer als oplossing is gedacht. Ook kijkt de RSJ, op verzoek van de staatssecretaris, of de veiligheid en belangen van kinderen in een zogenaamd particulier babyhuis voldoende gewaarborgd zijn. In een babyhuis wordt een kind, al dan niet in gezelschap van de moeder, tijdelijk opgevangen door babyhuisouders en vrijwilligers.

Nadat bekend werd dat het plan bestond om op particulier initiatief vondelingenkamers te openen, is discussie ontstaan over de vraag of het openen van een vondelingenkamer wenselijk is en of het in strijd is met nationale en internationale regelgeving. De verwachting is dat begin september twee vondelingenkamers worden geopend waar baby’s anoniem kunnen worden achtergelaten.

De RSJ heeft allereerst gekeken naar het probleem waarvoor de vondelingenkamer een oplossing zou zijn: de ongewenst zwangere vrouw die haar kind (anoniem) wil afstaan. Volgens de RSJ is het van belang om te voorkomen dat een ongewenst zwangere vrouw op een of andere wijze anoniem afstand doet van haar kind, haar kind op een onveilige plek achterlaat of in een situatie terechtkomt waarin zij haar kind het leven ontneemt. De RSJ geeft zowel het recht op leven als het recht op kennis van afstamming gewicht in zijn advies en is van oordeel dat de overheid naar een oplossing moet zoeken die beide rechten beschermt.

De RSJ adviseert de overheid meer werk te maken van vroegtijdige en laagdrempelige hulp aan ongewenst zwangere vrouwen door daar voorlichting over te geven. Daarnaast moet de overheid overwegen om vrouwen de mogelijkheid te bieden om in bepaalde omstandigheden vertrouwelijk te bevallen. De identiteit van de moeder wordt dan slechts bekend bij een bepaalde instelling zodat het kind later zijn afstammingsgegevens kan achterhalen.

Vondelingenkamer niet toereikend
Een vondelingenkamer is volgens de RSJ geen toereikende oplossing, niet voor het kind en niet voor de moeder. De discussie die is ontstaan naar aanleiding van het initiatief om een vondelingenkamer te openen verdient echter nuance. De problematiek van vrouwen die hun kind te vondeling willen leggen is complex, maar ook beperkt in omvang. Jaarlijks zijn er slechts enkele vrouwen die hun kind (anoniem) ergens achterlaten. De RSJ acht een wettelijk verbod op vondelingenkamers daarom niet noodzakelijk. Een dergelijk verbod helpt niet om de problemen waardoor vrouwen hun kind te vondeling leggen te voorkomen. Ook in ons omringende landen als Frankrijk en België is niet voor een verbod op vondelingenkamers gekozen.

Wanneer de overheid toch kiest voor een wettelijk verbod, beveelt de RSJ aan daarvoor geen strafrechtelijke benadering te kiezen. Het nodeloos criminaliseren van het optreden van partijen met goede bedoelingen moet voorkomen worden. Mocht overigens blijken dat het bestaan van vondelingenkamers ertoe leidt dat meer vrouwen hun kind te vondeling leggen, ondanks meer vroegtijdige hulp en voorlichting, dan moet opnieuw worden bezien of nieuwe regelgeving noodzakelijk is.

Babyhuis
Wat het babyhuis betreft ziet de RSJ op dit moment geen reden om extra regelgeving in het leven te roepen. Wel heeft de overheid de plicht toezicht te houden op dit babyhuis ook al gaat het om een particulier initiatief zoals in Dordrecht. Als de kwaliteit van de opvang te wensen over laat, biedt de huidige regelgeving de overheid de mogelijkheid om op te treden. Maar wanneer blijkt dat deze middelen onvoldoende zijn om de veiligheid en de belangen van kinderen in een babyhuis te beschermen dan kunnen, aldus de RSJ, alsnog nieuwe regels ontwikkeld worden. Dat geldt ook indien het aantal particuliere niet-gesubsidieerde 24-uurs zorgvoorzieningen zich zou uitbreiden.

Twijfel jij over je kinderwens?

augustus 22, 2014 /