Betere bescherming voor het nog niet geboren kind

De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming bepleit meer (gedwongen) hulp aan bepaalde zwangere vrouwen in de eerste fase van hun zwangerschap. Het gaat hier om vrouwen die zich risicovol gedragen tijdens hun zwangerschap of om vrouwen die in risicovolle omstandigheden verkeren. In de praktijk blijkt deze hulp pas in een later stadium op gang te komen. De Raad adviseert de onder toezichtstelling (OTS) van een nog niet geboren kind expliciet in de wet op te nemen.

Ook wil de RSJ dat hulpverleners die betrokken zijn bij de OTS van het nog niet geboren kind meer bevoegdheden krijgen. Dit zijn drie van de vijf aanbevelingen die de RSJ doet aan de bewindslieden van Veiligheid en Justitie en Volksgezondheid in een advies getiteld Prenatale kinderbescherming en de rol van de overheid. In het advies staat de vraag centraal hoe ver de verantwoordelijkheid van de overheid reikt bij de bescherming van nog niet geboren kinderen tegen schadelijk gedrag van de moeder of de omgeving.

Uit onderzoek is bekend dat de omstandigheden en de leefwijze van de moeder tijdens de zwangerschap van invloed zijn op de ontwikkeling van het niet geboren kind. Verreweg de meeste aanstaande ouders doen alles wat ze kunnen om de zwangerschap goed te laten verlopen en een gezond kind ter wereld te brengen. Ze worden begeleid door de verloskundige, de huisarts, zo nodig het ziekenhuis en de maatschappelijk werker. Met deze hulp zijn ouders in staat zich op de komst van hun kind voor te bereiden. De prenatale zorg bevat onder andere voorlichting over een gezonde leefstijl en het gebruik van screeningsinstrumenten om risicovol ouderschap vroegtijdig te signaleren. De RSJ vindt dat de overheid verantwoordelijk is voor de organisatie van goede prenatale zorg, in het belang van het kind. Door goede prenatale zorg wordt risicovol ouderschap beperkt. Prenatale zorg is weliswaar beschikbaar en toegankelijk, maar kan worden verbeterd. Daarom beveelt de RSJ aan om het gebruik van screeningsinstrumenten te stimuleren en programma’s die helpen om te stoppen met drinken en roken nadrukkelijker onder de aandacht te brengen.

Risicovol gedrag tijdens de zwangerschap
Soms is het gedrag van de zwangere vrouw schadelijk voor het niet geboren kind. Oorzaken hiervoor variëren van onwetendheid en onbegrip tot psychische problematiek, verslaving en huiselijk geweld.Onder dit soort omstandigheden kan het nodig zijn dat ouders gedwongen worden om risico’s voor hun nog niet geboren kind te verkleinen. De kinderbeschermingsmaatregel die hierbij nu veelal wordt toegepast is de OTS*. Maar deze maatregel is niet primair in het leven geroepen om het nog niet geboren kind te beschermen en is daar ook niet goed op toegesneden. Daarom stelt de Raad voor om de OTS van het nog niet geboren kind apart en overzichtelijk in de wet vast te leggen. Ook wil de RSJ dat hulpverleners die betrokken zijn bij de OTS van het nog niet geboren kind meer bevoegdheden krijgen.

De Raad heeft geconstateerd dat de (gedwongen) hulpverlening aan zwangere vrouwen vooral plaats vindt na de 24-e week van de zwangerschap. Hulpverleners hanteren deze grens omdat tot die tijd een abortus mogelijk is. En in de praktijk blijkt dat rechters zelden een OTS toekennen voor 24 weken zwangerschap. Uit onderzoek blijkt echter dat schade aan het nog niet geboren kind ook ontstaat in de eerste 24 weken van de zwangerschap. Daarom bepleit de RSJ een beleid -en cultuurwijziging bij hulpverleners en instellingen zodat gedurende de hele zwangerschap aandacht is voor zorg bij risicovol ouderschap en dat ingrijpen vroeg in de zwangerschap mogelijk wordt gemaakt.

*In 2014 is voor ongeveer 270 nog niet geboren kinderen een OTS aangevraagd.

Twijfel jij over je kinderwens?

juli 2, 2015 /