Virus heeft mij in zijn macht…

Al een aantal weken word ik ’s nachts met een schrik wakker. Badend in het zweet. Ik voel de pijn in mijn voeten. Kramp in mijn kuiten. Steken in mijn buik. De tere huid bij mijn armen. Beelden van vreugde en verdriet flitsen voorbij. En dan die vermoeidheid. Het komt steeds terug. Wat heb ik onder de leden? Welk virus heeft mij in zijn macht?

Als ik de datum zie – het start zo midden juni – dan weet ik wat er aan de hand is. Er is geen twijfel mogelijk. Dit is het Vierdaagse-virus. Die kriebels speelden de afgelopen drie jaar ook steeds op. Met dromen van startkaarten die kwijt zijn, schoenen die niet meer passen en routes die opeens anders zijn, waardoor ik de weg kwijt ben. Heb ik wel genoeg getraind (antwoord standaard: nee, want er is altijd wel een deadline op de zaak die dringender is)? Gaat het tapen helpen tegen de blaren (waarschijnlijk niet, omdat ik zulke poezelige voetjes heb). En waar ga ik mijn eten en drinken in mee nemen (in je buideltasje, oh wacht: die heeft de vorige editie niet overleefd)? Als ik zo de verhalen in de Facebook-groep zie, waarin veel wandelaars zich hebben verzameld, dan ben ik niet alleen. Het virus heeft iedereen in zijn macht.

Alleen sta ik dit jaar aan de zijlijn. dit jaar aan de zijlijn. Natuurlijk is dat helemaal niet gek als je 3,5 maand geleden moeder bent geworden. Ik dacht dat ik er ook wel vrede mee had, dat ik me niet had ingeschreven. Iets waar ik serieus over heb getwijfeld, omdat ik al bang was dat ik de tocht der tocht zou gaan missen. En niet omdat ik het zo leuk vind hoor. Nee. Al drie jaar is het vier dagen lang afzien. Vier dagen iedere keer terugtellen van veertig. Vier dagen evenveel paracetamols slikken als normaal in een jaar of vier. Vier dagen met tranen in mijn ogen weglopen als ik bekenden heb gezien, die mij net bemoedigende woorden hebben ingesproken (of gewoon een kilometer of tien jankend afleggen, omdat je je weer afvraagt waar je aan begonnen bent). Vier dagen uitkijken naar vrijdag, waarbij de Via Gladiola door de vermoeidheid toch een beetje tegenvalt (of komt het, omdat ‘mijn Cuijk’ voor mij ieder jaar het hoogtepunt is – de reden waarom ik op dag vier ook absoluut aan de start wil staan).

Wat ik nu met die dagen ga doen? Waarschijnlijk op ieder moment van de dag bedenken waar ik de drie voorgaande jaren op dat moment was. Ik merk het al tijden. Als ik ergens ben waar de Vierdaagse langsloopt, denk bijvoorbeeld aan het Ebben Inspyrium waar ik regelmatig kom voor mijn werk, dan zijn daar weer die herinneringen. Hoe ik vlak voordat ik Cuijk inliep toch even van een stoel gebruik mocht maken voor het Inspyrium. Hoe mijn familie (waarvan een deel zelfs speciaal uit Zeeuws-Vlaanderen kwamen) mij stond op te wachten in de bocht bij de autogarage als je Cuijk binnenloopt. Natuurlijk mijn podiummomentje op de Maaskade. Ja, daar sta ik dit jaar ook weer. Maar dan om bloemen uit te reiken aan de orkesten die optreden. Aan iedere plek die op de route van de Nijmeegse Vierdaagse ligt, kleeft wel een herinnering.

Natuurlijk ga ik ook mijn zoon vertellen over die barre eerste tocht, waarbij ik de avond voor de Dag van Cuijk nog in het ziekenhuis zat om mijn nagel te laten verwijderen. Ik moest en zou ‘m lopen. Over de ontmoeting met Jos, die mijn vader had kunnen zijn (en waar iedereen dan ook naar vroeg met de vraag ‘is dat de twijfelopa – ja, dat krijg je als je met TwijfelMoeder op je shirt loopt). Over hoe ik op tv kwam en mijn hart bij Hella van der Wijst uitstortte. Ja, inderdaad over mijn twijfels. Want als je veertig kilometer gaat lopen, dan heb je best wat tijd om na te denken. Over al die bijzondere gesprekken, waar ik al eens eerder over schreef. Over hoe hij vorig jaar er eigenlijk al een beetje bij was, zonder dat ik dat wist. Over Bregje, Evelien en Theo, waarmee ik in gedachten een tocht over de Binnendieze maakte, terwijl we werkelijkheid ergens in de polder voor Mook liepen. Over Joris wiens massage toch wat pijnlijk was. Over de blarenkoningin (dan weet ze wel dat ik haar bedoel). Over Ineke – waarmee ik wat trainingskilometers maakte tijdens de Vierdaagse van Boxmeer – die er dit jaar ook niet bij is, omdat ze net als ik moeder is geworden. Benieuwd of ze dit gevoel nu herkent. Vast wel.

Die kleine man begrijpt er natuurlijk nog niets van. Al weet ik zeker dat zijn ogen gaan stralen als ik het Vierdaagse-kruisje laat zien. Op dat moment zal ik me inbeelden dat dat van trots is. Ja, later vast wel. Maar nu is het gewoon, omdat die medaille zo lekker fonkelt in het licht. Daarnaast zal ik veel tijd doorbrengen in het centrum van Cuijk. Dit is namelijk het eerste jaar dat ik als vrijwilliger van VierdaagseFeest Cuijk ook echt het feest meemaak. Andere jaren blijft het voor mij altijd bij de zaterdag en zondag. En vrijdag? Dan sta ik natuurlijk met mijn kleine man langs de kant in Cuijk om al die wandelaars aan te moedigen. Zal ik bekenden knuffelen als ik zie dat ze het kunnen gebruiken. Zal ik onbekenden in mijn armen sluiten en voorzien van bemoedigende woorden als ik zie dat ze het nodig hebben. Het is namelijk geen naar virus hoor.

En over een jaar of twaalf? Dan krijgt onze vent de keuze of hij het ook eens wil ervaren. Ik ben benieuwd of het virus hem ook in zijn macht krijgt…

  • Ga je lopen? Dan wens ik je heel veel succes! Let vrijdag even heel goed op als je over het spoor Cuijk binnenloopt (daar blog ik later nog over…).
  • Zit je net als ik aan de kant, omdat de situatie het even niet toelaat? Dan geef ik je bij deze even een virtuele knuffel. Volgend jaar ontmoeten we elkaar weer onderweg.

Twijfel jij over je kinderwens?

juli 15, 2017 /